Op 18 mei was het BvK Voorjaarscongres 2015. Titel: ‘Participatiewet.NU; en samen verder’. Het congres was uitverkocht. Tel daarbij op dat de centrale lezing van Ronald Hünneman enthousiast werd ontvangen en dat men de workshops als nuttig beoordeelde en je kunt met recht spreken van een succesvol congres. Een verslag van de dag.

https://www.debvk.nl/wp-content/uploads/zaal.jpg
In het plenaire gedeelte van het congres gaf Ronald Hünneman met veel humor en duidelijke voorbeeldsituaties uitleg over sociaal-cognitief inzicht. Hij legt uit dat klantmanagers gesprekken hebben met de beste bedoelingen, maar dat deze voor de klant soms toch pijnlijk zijn. Ronald legt uit dat er in het klantenbestand van klantmanagers een aantal mensen is met een laag cognitief inzicht, die zich minder kunnen inleven in gevoelens en bedoelingen van anderen. Mensen met een hoog cognitief inzicht zijn in staat om de wereld om zich heen te manipuleren en leugens te gebruiken zodat zij er beter van worden. Maar mensen met een lager cognitief inzicht hebben deze luxe niet. Wanneer zij open en eerlijk de waarheid vertellen, volgt vaak een straf. Vluchtgedrag kan een reactie zijn als er in hun ogen iets onrechtmatigs gebeurt.
Het is aan de professional (dus de klantmanager) om de situatie goed in te schatten en op de juiste manier te handelen. De professional is verantwoordelijk, ook voor de personen met een lager sociaal-cognitief inzicht. De aanwezigen in de zaal vinden het verhaal interessant en herkenbaar. Het leverde stof tot napraten op. Je had erbij moeten zijn!
Adviezen:
Presentatie Ronald Hünneman (pdf, 1,75 MB)
Staatssecretaris Jetta Klijnsma zou komen, maar was te druk met Haagse beslommeringen. Toch sprak ze de aanwezigen toe en wel via een videoboodschap. Zij benadrukte het belang van een sterke beroepsvereniging. Word lid! Ook vroeg ze aandacht voor het kaartje op ieders stoel. Welke vraag houdt u bezig in uw werk? Beleidsmedewerker van het ministerie van SZW Menno Meihuizen lichtte het kaartje nog verder toe. Er komt een kennisprogramma waarin wordt onderzocht wat wel werkt en wat niet op het brede gebied van werk, inkomen en participatie. Lees meer

https://www.debvk.nl/wp-content/uploads/workshop.jpg
Tijdens het middaggedeelte kon men kiezen uit zeven workshops die aansluiten op de praktijk van het uitvoeren van de Participatiewet. Een verslag voor het geval je nog es wilt nalezen waar het over ging…
Ervaringsdeskundigen Willem van Spaendonck en Karin Teeuwissen vertelden in deze workshop hoe het is om autisme te hebben. Zij gaven handvatten voor de klantmanager om de arbeidsparticipatie van mensen met autisme te vergroten. Ook de werkgever van Willem (U-stal) en jobcoach (Change Creators) vertelden vanuit hun rol waarmee rekening moet wordt gehouden bij het succesvol re-integreren van mensen met autisme.
De deelnemers aan de workshop kregen vragen voorgelegd over autisme (wat is de associatie bij het woord autisme, welke kwaliteit heeft iemand met autisme en welk beroep past bij iemand met autisme). De ervaringsdeskundigen benoemden een aantal punten die een klantmanager kan helpen bij het realiseren van een passende, structurele werkplek voor iemand met autisme Deze punten zijn:
Naast deze punten was de oproep van Willem en Karin vooral: ‘Kijk naar de mens achter de autist!’. Het begrip ‘vertrouwen’ is essentieel voor een succesvolle arbeidsparticipatie.
Tijdens deze workshop gingen twee ervaringsdeskundigen van Stichting Ideefix met de deelnemers in gesprek over het onderwerp psychose en arbeidsmarkt. Er heerst een taboe op het onderwerp psychose. De ervaringsdeskundigen willen het onderwerp psychose graag normaliseren onder mensen en het stigma tegengaan op scholen en werkvloeren. Ook willen zij inspiratie en kennis delen over het herstelproces waarin de focus gelegd zou moeten worden op zelfontplooiing en werken in het herstelproces. Het ultieme doel daarbij is participatie naar (regulier) werk, of als dat nog een stap te ver is naar maatschappelijke participatie.
Allereerst werd uitleg gegeven over het begrip psychose. Bij een psychose ben je het normale contact met de realiteit kwijt. Bij mensen kan dit tot uiting komen in o.a. wanen en hallucinaties. De ervaringsdeskundigen spraken over hun eigen ervaringen en belevingen en hoe het voelt om een psychose te hebben en de impact die dit heeft gehad op hun leven. Daarnaast werd er toegelicht op welke manier je mensen na een psychose kunt begeleiden in hun terugkeer naar de arbeidsmarkt.
Belangrijk aandachtspunt in de begeleiding is dat mensen na een psychose dikwijls angstig zijn om terug te keren in de maatschappij en dat het belangrijk is dat hiervoor aandacht is tijdens de begeleiding. Dit betekent dat er niet te grote doelen gesteld moeten worden maar dat iemand zelf het tempo kan bepalen en dat er stapsgewijs stappen gezet kunnen worden richting het einddoel. De ervaringsdeskundige illustreerde dit aan de hand van een voorbeeld. Het was voor hem een grote stap om na zijn psychose weer naar buiten te gaan. Eerst liep hij een heel klein stukje in de straat maar naarmate dit beter ging bleef hij langer lopen. Nadat het naar buiten gaan goed verliep ging hij een volgende stap zetten. Hij ging op een kantoor helpen. Soms deed hij heel lang over simpele klussen maar langzaamaan kreeg hij steeds meer vertrouwen in zichzelf en kon hij weer een volgende stap zetten in zijn herstelproces.
Het herstelproces na een psychose werd door de ervaringsdeskundigen in de onderstaande tien stappen beschreven:
Naar aanleiding van de workshop ontstond er een discussie over het gegeven dat veel sociale diensten procesgestuurd werken en dat dit een belemmering kan zijn in de begeleiding die mensen met een psychose wordt geboden. Hoeveel ruimte en tijd is er in deze periode om begeleiding op bovenstaande manier te bieden? Daarnaast werd opgemerkt dat veel diensten groepsgerichte activiteiten aanbieden aan hun cliënten maar dat dit voor mensen met een psychose niet altijd passend is. De lezing heeft meer duidelijkheid gegeven over psychose en arbeidsmarkt en de manier waarom mensen met een psychose goed begeleid kunnen worden.
Henrie Mastwijk, stagecoördinator van De Onderwijsspecialisten De
Ziep legt uit hoe speciaal onderwijs is ingericht (4 clusters). Sociale
diensten zullen volgens hem met name klanten zien van clusters 3 en 4,
respectievelijk verstandelijk beperking, lichamelijke handicap,
chronisch zieken of meervoudig gehandicapt òf ernstige
gedragsproblematiek en/of psychiatrische problematiek.
Volgens de spreker gaat er veel goed binnen vso/praktijkschool. Zij
regelen met de jongeren de voorbereiding op de arbeidsmarkt door middel
van stages, jobcoaching.
Aansluiting met de gemeente (voorheen UWV) is her en der nog wat lastig
voor de scholen. Met name omdat zij te maken hebben met meerdere
gemeenten per school en er nog niet overal een netwerk aanwezig is.
Oproep: zorg voor een goed netwerk tussen scholen en gemeenten. Liefst
ook met contactpersonen binnen de gemeente voor de scholen zodat er
makkelijk contact gelegd kan worden, waar nodig overlegd of geschakeld.
Alles in het belang van de jongere.
Tip: Op www.borisbaan.nl is een actueel overzicht te vinden van de kansen voor jouw jongeren op de arbeidsmarkt.
Tijdens de introductie is al snel duidelijk dat veel deelnemers niet op de hoogte zijn wat de voorwaarden zijn voor de Wajongregeling 2015 en de indicatie banenafspraak. Spreker Harm Rademaekers van UWV legt uit dat UWV beoordeelt door middel van de methode SMBA, Sociaal Medische Beoordeling van Arbeidsvermogen. Door de komst van de Participatiewet ontstaat er een verschuiving van claimgerichte / compensatie-aanvragen, naar participatiegerichte aanvragen. Kortom: niet kijken naar hoeveel iemand niet meer kan werken en daar een tegemoetkoming voor vragen, maar kijken wat iemand zelf nog wel kan verdienen.
Een zeer recente wijziging is dat per 1 juli 2015 de jongeren van het praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs niet meer via de gemeente, maar rechtstreeks bij UWV de indicatie voor de banenafspraak kunnen aanvragen.
We weten dankzij de workshop dat we goed moeten kijken per persoon of het zinvol is om de regelingen aan te vragen.Tot dusver zijn immers veel aanvragen afgewezen…
De expressie van emoties is universeel gelijk. Hierin is bij wetenschappelijk onderzoek geen verschil ontdekt. Waar wel verschil in zit, is in de zogeheten display rules. Dat zijn de regels van de cultuur die bepalen welk gedrag je mag tonen. Er zijn zeven basisemoties: minachting, boosheid, blijdschap, verdriet, walging, verrassing en angst.
Aan de hand van filmpjes met in de hoofdrol afwisselend o.a. premier Rutte, president Obama en Joram van der Sloot werd ingegaan op de zichtbare herkenningspunten van elke basisemotie. Deze verschillen van elkaar waardoor je ze van elkaar kunt onderscheiden.
Tips:
1. Als een micro-expressie als verbazing langer duurt dan 1 seconde, dan is het erg waarschijnlijk dat de persoon dit faket.
2. Op de website van Job Boersma staat een testje om verschillende glimlachen van elkaar te onderscheiden.
3. Een micro-expressie duidt op een emotie. Wees alert op deze emoties
en vraag daar waar nodig door. Maar let op: het wil niet direct zeggen
dat iemand liegt.
In deze workshop heeft Peter de Beijer van de Nationale Politie uitleg gegeven over iRN – Internet Research Network. Het iRN is ontwikkeld voor overheidsdiensten die actief zijn in het gebruik van internet voor onderzoek, opsporing, toezicht en/of handhaving. Het iRN is een eigen, besloten netwerk infrastructuur. Het biedt een vertrouwde en veilige toegang tot het internet voor onderzoek. De informatie die via het iRN wordt verzameld van internet wordt geborgd vastgelegd zodat het beschikbaar is voor juridische toetsing.
Janneke van Vugt van RCF-NL heeft vervolgens een toelichting gegeven op het protocol van het College Bescherming Persoonsgegevens waarin de voorwaarden voor onderzoek via internet zijn beschreven. In principe is de boodschap dat gemeentes bij een vermoeden van fraude onderzoek kunnen doen met bestaande bronnen (artikel 63 en 64 Participatiewet), inlichtingenbureau, huisbezoek en gesprek met klant en als er daarna nog steeds een vermoeden van fraude bestaat er dan pas internet wordt gebruikt! Het protocol is op te vragen via www.naleving.net.
LeylaChami en SonayTopal van gemeente Utrecht verzorgden deze workshop, waarbij zij uitleg gaven over het gebruik van hulpmiddel ‘Mijn Werkblad’.
De workshop startte met een introductiefilm over het werken met het Werkblad. Dit riep bij een aantal klantmanagers reacties op. Een aantal klantmanagers vroeg zich af of zij dit instrument wel zouden gebruiken in de spreekkamer. Om te ervaren hoe het werkt werden de aanwezigen in groepjes van twee aan het werk gezet. Eén speelt de klant en de ander is de klantmanager.
Na afloop waren de meningen veranderd. Het instrument bleek in de praktijk te werken en werd gewaardeerd met het cijfer 7. De aanwezigen zijn het erover eens dat het zeker een middel is om in te zetten bij cliënten die vastzitten en in hun problemen blijven hangen.
Leyla en Sonay vertellen nog dat zij de ervaring hebben dat het werkblad de klant het gevoel geeft dat hij weer verder kan. Het Werkblad is ontwikkeld voor één-op-ééngesprekken, maar in Utrecht probeert men het nu ook uit bij de groepsaanpak. Zij hebben het instrument duidelijk uitgelegd en zeker nadat je het zelf hebt uitgeprobeerd, is ‘Mijn Werkblad’ een instrument dat het werk van de klantmanager verrijkt.